Hier gaat het om: blijf leven in overeenstemming met het evangelie van Christus, zodat ik kan zien als ik bij u kom, of als ik niet kom over u kan horen, dat u één van geest bent en eensgezind strijdt voor het geloof in het evangelie. (Fil. 1: 27)
Ik hoor het wel eens zeggen en misschien heeft u het zelf ook wel eens gehoord of gezegd: ”Die kerkmensen, wat stellen die nu eigenlijk voor? Ik ken er genoeg die iedere zondag met hun nette kleren aan in de kerk zitten, maar de rest van de week ..…!? Als dat christenen zijn, dan hoeft de kerk voor mij niet.”
En wat doen ‘kerkmensen’ en misschien bent u dat ook wel, met zulke geluiden. Hoe reageer ik, hoe reageren wij die trouw in de kerk komen en onszelf inderdaad christenen noemen. We haasten ons meestal om de christenen (en daarmee in eerste instantie onszelf) te verdedigen: “Ach ja, christenen zijn ook maar mensen en die maken net zo goed fouten als ieder ander mens. De mens is nu eenmaal zondaar, christenen zijn ook geen heiligen.”
Paulus denkt daar anders over. O ja, ook hij weet dat wij zondaars zijn, maar we zijn ook heiligen. Zo begint hij de brief aan de Filippenzen: ‘Aan alle heiligen in Filippi, die één zijn met Christus Jezus’. Hij bedoelt daar niet alleen de kerkenraad mee, want die noemt hij daarna: ‘en aan de leiders en dienaren van de gemeente’. Met die ‘heiligen’ bedoelt hij de gemeente te Filippi. Als hij een brief aan de Hervormde Gemeente van Heerde zou schrijven zou daarin waarschijnlijk staan: “aan alle heiligen in Heerde”.
Met en in Christus zijn we heilig, dat is apart gezet door en voor God. In vers 27 zegt hij: “Gedraagt u daar dan ook naar.” Wij moeten ons gedragen als heilige mensen, we moeten ons leven heiligen. Jezus heeft ons het volle heil gebracht. Hij verwacht van ons, dat wij in heel ons doen en laten aan de wereld laten zien en horen, wie Hij is en wat Zijn Boodschap is, opdat anderen door het getuigenis van ons tot geloof in Hem komen. Als ons leven wordt beheerst door vreugde, liefde voor Hem en voor elkaar, dan wordt de blijde boodschap van Christus zichtbaar.
Het is volkomen terecht, dat mensen ons aanspreken op ons geloof. Daar mogen we ons niet te gemakkelijk vanaf maken. Door de hele bijbel heen klinkt de oproep om heilig te leven. God wil dat wij naar Zijn Wil leven. Mensen, ook van buiten de kerk, hebben het recht om ons daarop aan te spreken. We mogen ons daar niet met een leien dakje vanaf maken. We worden opgeroepen discipelen te zijn. Discipelschap is met woord én daad het evangelie verkondigen. Discipelschap is een ‘levende brief’ zijn van Jezus Christus. Discipelschap is ‘enthousiast’ zijn, dat is ‘in God, in Christus’ zijn. Met dat enthousiasme mogen we elkaar aansteken en zo een lichtend licht, een levende brief in Heerde, of waar we ook wonen, zijn.
Gert Timmer