‘Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.’ (Mattheus 5: 16)
Op zo een tekst als hierboven kun je heerlijk ‘kauwen’ om de betekenis ervan te vinden. Kauwt u met me mee? Eerst maar even vanaf vers 1 tot en met 16 gelezen. Vragen komen naar boven. Tot wie spreekt Jezus deze woorden? Uit het begin van hoofdstuk 5 blijkt dat Hij ze tot zijn leerlingen richt. Ook ik zie mezelf als een leerling van Jezus, dus ik moet me deze woorden ook zelf aantrekken.
‘Laat zo uw licht schijnen …’ Welk licht? De woorden ‘Ik ben het Licht der wereld’, schieten mij te binnen. En daarnaast woorden uit een lied: ‘Heer, uw licht en uw liefde schijnen’ en een stukje verderop in dat lied: ‘Schijn in mij, schijn door mij’. Ik moet dus het licht van Christus laten schijnen. Het is niet mijn eigen licht, het is Zijn licht.
Voor wie moet ik dat licht laten zien? ‘… voor de mensen’. Welke mensen? Voor alle mensen, maar het is vakantietijd dus laat ik eens uitgaan van de mensen die ik tijdens de vakantie ontmoet. Maar waarom en hoe moet ik dat licht dan laten schijnen. De tekst geeft het antwoord: ‘opdat zij uw goede werken zien’. Dus ik laat het licht zien als ik goede werken doe. Maar wat zijn dan volgens de Bijbel ‘goede werken’? Er is natuurlijk dat grote gebod: ‘God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf’. Als ik dat dus doe, dan laat ik goede werken zien. Hoe laat ik nu zien dat ik God liefheb, bv. op de camping? Ik moet me er niet voor schamen uit de bijbel te lezen en te bidden voor het eten, ook al zien en horen anderen dat. En ik mag toch ook mijn liefde voor God in een lied laten horen? Het hoeft niet overdreven te zijn, maar ik hoef dat licht ook niet onder een ‘korenmaat’ (vers 15) te zetten. En de liefde tot mijn naaste? Even koffiezetten terwijl mijn buren hun tent opzetten. En waaruit blijkt meer liefde tot mijn naaste, dan wanneer ik hem of haar, misschien wel hortend en stotend, vertel waarom ik uit de bijbel lees, bid en zing.
Maar wat is dan het uiteindelijke doel? Dat ik een pluimpje van hen krijg omdat ik goede werken doe? Nee, het uiteindelijke doel geeft de tekst ook weer aan: ‘opdat zij … uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.’ Daar gaat het dus om, dat God al de eer krijgt. De eer, zowel in mijn leven als in het leven van hen voor wie ik het licht mag laten schijnen.. Al kauwend kom ik uit bij dat oude vertrouwde liedje:
‘Jezus zegt, dat Hij hier van ons verwacht,
dat wij zijn als kaarsjes, brandend in de nacht.
En Hij wenst dat ieder tot zijn ere schijn,
Jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn.’
- Timmer