‘Petrus zei: Zilver of goud heb ik niet, maar wat ik wel heb, geef ik u: in de naam van Jezus Christus van Nazaret, sta op en loop.’ (Handelingen 3: 6 NBV-21)
Vrij recent sprak ik een jonge gast uit onze gemeente, hij was begin twintig. We hadden een mooi en vertrouwelijk gesprek. Het was me in de achterliggende jaren opgevallen dat hij heel trouw was in het bezoeken van de kerkdiensten. Ik vroeg hem naar de reden daarvan. Zonder omwegen en poespas zei hij: ‘Ik kom er graag. In de kerk ervaar ik even rust aan mijn kop’.
Ik was er blij mee, ik begreep dat hij met dit zinnetje heel veel zei. Er was namelijk heel veel onrust in zijn hoofd en leven. Dat droeg hij elke dag met zich mee. Het had te maken met van alles: Levensgeschiedenis, afkomst, karakter. Het verlamde hem soms gewoon een beetje. Dan kon het zo de overhand in hem nemen, dat hij de dingen niet meer helder zag. Dan werd hij er gedeprimeerd van en doodmoe. ‘Maar', zei hij met dit zinnetje, ‘de kerk is een plek waar ik wel even rust aan mijn hoofd krijg’. Ik waag te beweren: dat heeft alles te maken met de goede macht van Jezus Christus die het in de kerk voor het zeggen heeft. Hij bewijst dat Hij die onruststokers die ons soms zo bestoken de baas is.
Een prachtig beeld vind ik daarachter, van de kerk en de kerkdienst. De kerk als een arena. Een plek waar om jou en mij gevochten wordt. Er gebeurt een clash tussen machten. Jij en ik komen binnen. We nemen allerlei machten en onruststokers met ons mee. Ze roepen en eisen van alles van je. Je wordt er soms horendol van. Je kunt er echt door verlamd raken en uitzicht verliezen. Maar in die hectiek in je hoofd en hart meldt zich een andere macht. De goede macht van Jezus. Zijn Naam wordt over je leven uitgeroepen. Zijn stem maakt zich sterk. Even worden die onruststokers gedimd en tot zwijgen gebracht. Rust aan je hoofd. En je weet weer van die macht van Jezus die al dat andere de baas is. Een mooie vraag om eens aan elkaar te stellen en met elkaar te bespreken.
Wat zijn de onrustmakers in jouw hoofd en hart? En hoe geloof jij dat Jezus Christus ze toch de baas is? En wat zijn voor jou momenten geweest dat je dat opeens voelde of zag? Daar gaat het in Handelingen 3 over. Over de autoriteit en het gezag die verbonden zijn aan de Naam van Jezus Christus. Hoe Hij onder ons wil komen om zijn bevrijdende macht te laten gelden. Laat jij die Naam over je uitroepen en je gezeggen?
Ds. André van der Graaf