‘Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante, zijn kleren gingen helder wit glanzen, zo wit als geen enkele wolwasser op aarde voor elkaar zou kunnen krijgen.’ (Marcus 9: 2b-3, NBV)
Petrus, Johannes en Jacobus hebben Jezus in zijn heerlijkheid gezien. ‘Als je dat gezien hebt, dan zou geloven toch wel veel gemakkelijker zijn.’ Dat hoorde ik iemand zeggen met wie ik deze geschiedenis las. Jezus zien in zijn heerlijkheid! Kunnen we dat wel? Ik moet denken aan het volgende verhaal:
“Ooit was er een koning die wilde weten of er nu wel of niet een God was. Hij droeg z'n geleerden op ervoor te zorgen dat hij binnenkort met eigen ogen zou kunnen zien of God bestond of niet. De tijd verstreek. Geen van de geleerden wist een manier om aan het verzoek van de koning te voldoen. Tenslotte, nadat de koning duistere dreigementen aan het adres van zijn wetenschappelijke staf geuit had, stond er een eenvoudige man op. Hij ging naar de koning toe en zei: 'Koning, morgen zal ik u God laten zien. Om twaalf uur 's middags op het grasveld achter het paleis.' Zo gezegd, zo gedaan. De volgende dag stond de koning stipt op tijd in koninklijk tenue achter het paleis. 'En…?' zei hij vragend tegen zijn eenvoudige onderdaan. 'Wel', hernam de man: 'kijkt u nu eens recht in de zon…' 'Hoe kun je dat nu vragen' sprak de koning geïrriteerd: 'dat kan geen mens!'. Het antwoord van de man was even eenvoudig als onthutsend. Hij zei tegen de koning: 'Dus u wilt de Schepper van deze hele wereld kunnen zien, maar bij een klein stukje van Zijn Schepping knijpt u de ogen al dicht…?'”
Nee, God zien dat kunnen we niet. Nog niet, maar die tijd komt wel. Dat is een belofte die uitstaat. Leest u de laatste hoofdstukken van de bijbel er maar op na. En Jezus zien in zijn heerlijkheid? Nee, ook dat staat nog uit. Zelfs Jezus in zijn menszijn kunnen wij niet zien. Hoewel, kunnen we Jezus in zijn heerlijkheid en in zijn menszijn niet zien? Eigenlijk mogen we Hem toch in zowel zijn menszijn als in zijn heerlijkheid zien. Het levend geworden Woord, zien we toch in Het Woord terug. We zien Hem als we luisteren naar zijn Woord. Dat is ook wat ons door God in deze geschiedenis opgedragen wordt: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, luister naar Hem!’ (vers 7b). Luisteren is meer dan horen. Luisteren is ook overdenken wat er precies gezegd wordt. Luisteren is ook doen. We moeten telkens weer leren luisteren en leven naar Het Woord, naar de bijbel, daar waar Jezus, daar waar God tot ons spreekt en Zichzelf laat zien en kennen. Als u dat doet dan zult u God en Jezus ontmoeten. U zult dan merken, dat ook het geloven ontstaat of gaat groeien. Want het geloven is uit Het Woord. Geloven is niet iets van onszelf. Het is een gave van God, die we al lezend, luisterend, overdenkend en doend zeker zullen ontvangen.
G. Timmer