Jezus, dood van mijn dood
En Jezus riep met luide stem: ‘Vader, in uw handen leg ik mijn geest.’
Toen Hij dat gezegd had, blies Hij de laatste adem uit. (Lucas 23:46)
Euthanasie
‘Euthanasie’ betekent oorspronkelijk (eu-thanasie) ‘goede dood’. Volgens de Dikke Van Dale gebruiken we dit woord voor "het op eigen verzoek bespoedigen van de dood of ter dood brengen van hevig lijdende, ongeneeslijke zieken". Wie tegen deze ‘euthanasie’ is mag wel pleiten voor een ‘goede dood’, dat is een sterfbed van een mens, liefdevol verpleegd, pastoraal begeleid, de pijn bestreden. De laatste woorden van een geliefde zijn waardevol en dierbaar.
Jezus’ laatste woorden
De laatste woorden van de Here Jezus aan het kruis voor zijn sterven zij ‘Vader, in uw handen leg ik mijn geest.’ Hij citeerde daarmee de avondpsalm 31 waarmee elke Israëliet elke avond mocht inslagen. Als dát geen goede dood is!
Jezus weigerde verdovende middelen bij de kruisiging: Hij wilde bewust lijden voor ons! Maar bij het sterven zelf vroeg Hij om drinken: ‘Mij dorst’. En zijn laatste woorden sprak Hij heel duidelijk uit: ‘Het is volbracht’. Het leed was nu geleden. Het ergste- de Godverlatenheid achter de zonsverduistering- was voorbij.
‘Vader in uw handen leg ik mijn geest’. Zijn dood was een daad. Wij krijgen de indruk dat de eeuwige dood erger was dan de lichamelijke dood. De lichamelijke dood kwam – je durft het haast niet te zeggen – als een bevrijding. Hij gaf de geest. Zijn dood was een daad. Hij stierf eerder dan de twee moordenaars naast Hem. Pilatus was er verbaast over. Jezus’ sterven heeft iets koninklijks.
Zijn dood was al met al vernederend. Sterven is altijd iets vernederends. Voor Jezus zeker. Zijn ogen braken. Zijn sterven is een betaling voor onze zonden. Verzoening door voldoening.
Hij voor ons
Hij stierf voor ons. Onze dood is sinds de opstanding van Jezus een doorgang tot het eeuwige leven. Dood waar is uw prikkel? Dit is echte eu-thanasie voor allen die in Christus Jezus zijn: ‘Jezus leven van mijn leven, Jezus’ dood van mijn dood, die voor mij U hebt gegeven in de bangste zielenood’.
Daarom is het zaak om vóór het sterven, in dit leven, tussen wieg en graf, verzoening te zoeken en te vinden met God.
Ds. GJ Röben