“Uw liefde is meer dan het leven, mijn lippen zingen uw lof.” Ps 63:4
Het is weer dankdag geweest en we mogen ons verwonderen over Gods goedheid.
Mensen zeggen weleens: waarom zou ik er voor moeten danken, ik heb er toch zelf hard voor gewerkt? Natuurlijk hebben we ervoor moeten werken, het moeten verdienen, maar dat moet toch iedereen. Het woordje ‘verdienen’ is hier slechts ten dele van toepassing. De hoeveelheid op de gedekte tafel heeft veel met bijvoorbeeld de maatschappelijke omstandigheden (het beloningssysteem) of natuurlijke omstandigheden (de vruchtbaarheid van het land) te maken. En daarbij komt: we hebben de gezondheid ontvangen om te werken, het te verdienen. En wanneer we vanwege de gezondheid niet kunnen werken hoeven we, dankzij ons zorgsysteem, niet van honger om te komen. Er zijn heel wat mensen die dagelijks moeten ‘vechten’ om het brood voor die dag op tafel te krijgen. En ze werken er heel hard voor. Soms van ‘s morgen vroeg tot ’s avonds laat. Ook zij bidden: Geef ons heden ons dagelijks brood!
Wanneer verdienen op dankdag het kernwoord zou zijn, zou dat betekenen dat diegene die niets heeft (verdiend) niet verder komt dan zijn lege handen met schaamte te openen. Zijn levenstafel is en blijft leeg! Toch is dat niet zo. De tafel van dankdag is niet gevuld met ‘het verdienen’, maar met de zegeningen, de genade van God aan ons geschonken.
Verdiensten en zegeningen lijken elkaar op de een of andere manier uit te sluiten. Zo kan een bijna lege tafel als grote zegen ervaren worden, terwijl een volle tafel vol verdiensten kan liggen. Bij het eerste heeft God de eer, bij het tweede de mens! Is rijkdom zegen van God of verleiding van de boze? Zijn degenen die een gevulde tafel hebben de lievelingskinderen van de grote Gever? Betekent dit dan dat zij, diegenen-met-de-lege-handen er niet bij horen?
Uw liefde is meer dan het leven: Dankdag is geen verdiendag! “Uw liefde, uw goedheid is meer (en beter dan) het leven; daarom zingen mijn lippen uw lof!
Sommigen zien het leven als de periode tussen geboorte en dood. Daar moet je het beste voor jezelf van maken. Of is leven toch iets anders? God bedoelt in ieder geval iets anders. Het leven van ons is gekoppeld aan de schepping en herschepping; aan Adam en Christus; aan het hier-en-nu en daar-en-nu. Aan Gods opdracht om mens te zijn zoals Hij het bedoeld heeft.
Gods liefde en goedheid staan niet gelijk aan de aardse rijkdommen waarmee we ons leven (en onze magen) ‘hemels’ kunnen vullen. Gods liefde en goedheid zijn nauwelijks te vatten en zijn geen bezit, maar worden ontvangen door die mens, die zichzelf volledig heeft overgegeven in de handen van de (Her-)Schepper. Leven vanuit de verwondering is leven vanuit en in de genade van Christus. Zijn bezit wordt geen eigendom maar een gave om ver-antwoord mee om te gaan.
De gevulde tafel op dankdag mogen we van bovenaf bezien om vervolgens aan de HERE te vragen: Wilt u mij leren verantwoord om te gaan met wat U heeft gegeven, zodat een ieder voldoende en niemand tekort heeft. Leven van verwondering is leven van Zijn genade!
Ds. G.J. Röben