‘Toen ik deze woorden hoorde, ging ik huilend op de grond zitten. Ik rouwde dagenlang, ik vastte en riep de God van de hemel aan.’ (Nehemia 1:4)
Bubbel
‘Kom eens uit je bubbel’, denk ik weleens als ik in gesprek ben. Vaak is dat het geval als ik mensen spreek die het voor de wind gaat. Het leven lacht ze toe. Tot dusver hebben ze weinig tegenspoed ondervonden. Er wordt carrière gemaakt, genoten van vakanties en reizen, er wordt tijd en geld besteed aan uiteenlopende hobby’s. De band in de familie is redelijk tot goed en ze bewegen zich in een hechte vriendengroep. Ik kan er trouwens best van genieten als mensen zo kunnen vertellen over alle zegeningen. Helemaal als er ook sprake is van dankbaarheid en deze God als adres heeft.
Toch zijn er soms momenten dat ik denk: ‘kom eens uit je bubbel’. Is de wereld waarin jij je beweegt wel de echte? Is het beeld wat jij je gaandeweg van het leven hebt gevormd wel realistisch? Leef je niet wat losgezongen van het echte leven? Het bestaan kan je soms toelachen, maar voor de meeste mensen in deze wereld is het niet één groot feest. Vroeg of laat zul je daar ook zelf achter komen. ‘Everything is broken’, zong Bob Dylan in 1989. Er zitten overal scheuren en gaten in ons bestaan. We leven in een gebroken wereld die niet heel meer is. De barsten, ook in mensen, zijn soms letterlijk met handen te tasten. Als je leeft alsof dat niet het geval is, leef je dan wel echt?
‘Kom eens uit je bubbel’. Het is een zinnetje dat naar me toe komt bij het lezen van Nehemia 1. Het heeft te maken met die sympathieke figuur Nehemia. Hij reageert uiterst geraakt en bewogen als hij hoort over de vreselijke omstandigheden waarin joden in het verre Jeruzalem leven. Ik vind het bijzonder dat hij zich zo uit. Hij is inmiddels een immigrant van de tweede of derde generatie in het Perzische rijk. Zijn ouders of grootouders zijn na de verwoesting van Jeruzalem in Babylon terecht gekomen. Hij kent die nare geschiedenis alleen nog uit de verhalen. Zelf is hij succesvol. Het gaat hem voor de wind. Hij heeft inmiddels een mooie carrière gemaakt en woont en werkt in de burcht Suzan, het witte huis van het Perzische rijk. Hij is schenker, vertrouweling van de koning. Zijn leven speelt zich voor het grootste deel af in de bubbel van macht, glamour en glitter.
Toch leeft hij niet losgezongen van de realiteit. Als hij hoort over de rampspoed in Jeruzalem dan raakt het hem diep. Hij is helemaal van de leg. Hij zit huilend op de grond, rouwt dagenlang en krijgt geen hap door zijn keel. Hij is solidair. Hij gaat met dat vreselijke verhaal naar God. Daarna neemt hij zijn verantwoordelijkheid en gaat hij doen wat hij kan om een positief verschil te maken voor de mensen daar. Die Nehemia lijkt op Jezus. Hij deugt. ‘Kom eens uit je bubbel’. Mijn God, is dat een zinnetje voor mij?