“En dat niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn”. Rom 8: 23
De apostel Paulus schrijft in Romeinen 8 mooie dingen over de Heilige Geest, maar hij zegt ook dat de Heilige Geest ons alleen nog maar gegeven is als voorschot.
Een voorschot betaal je bijvoorbeeld als je een huis laat bouwen. De bouwers zijn aan het werk, een deel van de koopsom wordt al betaald. De rest betaal je pas als het huis klaar is. Een voorschot is nog maar een begin. God geeft ons ook een voorschot. Straks komt de hele erfenis, zegt Romeinen 8. Nu is er alleen nog maar een voorschot: de Heilige Geest. Waardevol en belangrijk – ik zou de Heilige Geest niet willen missen, absoluut niet. Door de Geest woont God in je. Door de Geest weet je zeker dat God je Vader is. Hij staat je bij, kun je geloven en bidden. De Geest bidt met je mee. Waar zou je als christen zijn zonder de Heilige Geest? Een voorschot is het begin.
Maar wij wachten op ‘de openbaring dat we kinderen van God zijn, de verlossing van ons sterfelijk bestaan.’ Kun je aan iemand zien: ‘Dat is een kind van God’? Daarin zie ik Gods liefde. Gods luister, Gods heerlijkheid, Gods grootheid. Die ogen, dat karakter, die hele manier van doen – wat lijkt-ie op God, zijn Vader. En wat zie ik ook Jezus – duidelijk de grote broer. Daar mogen wij naar verlangen. Tenminste, verlang je daar naar? Lijken op God, lijken op Jezus? Maar het is nog niet zo ver...
Paulus zegt: als geopenbaard wordt dat wij kinderen van God zijn, dan zul je het dus zien – en dat is dan tegelijk ‘de verlossing van ons sterfelijk bestaan’. Je sterfelijke lijf wordt verlost. Je lijf dat wil zondigen. Je lijf dat oud wordt. Je lijf dat pijn heeft. Je lijf dat beschadigd is. Zie je de littekens? Je gevoel, dat diep gekwetst is...
Ik werd door een lief gemeentelid gewezen op de volgende tekst van Max Lucado hierover:
“Wat als we ons ouder wordende lichaam zouden beschouwen als een tulp? Heb je wel eens iemand zien rouwen om het afsterven van de tulpenbol? Neen, we kopen geen anti-rimpel crème voor het schilletje en we winnen geen advies in bij een plastisch chirurg voor een bolvergroting. We rouwen niet om het afsterven van de bol; we zijn er juist blij om. Zou het kunnen dat in de hemel hetzelfde gebeurt? De engelen wijzen naar ons lichamen hoe zwakker wij worden, hoe meer zij zich verheugen: zie je: nog even en hij/zij staat in bloei.”
Ds. G.J. Röben