‘Hij nam de kinderen in zijn armen en zegende hen door hun de handen op te leggen (vers 16-NBV)’
De logica van de kinderdoop
In de nieuwe presentatiegids van voetbalvereniging SEH las ik een leuk verhaaltje. Het ging over het oudste en het jongste lid van SEH. Met name die jongste telg van de vereniging was me even bijgebleven. Haar vader vertelde vol trots dat hij het meisje meteen na de geboorte lid had gemaakt van de vereniging. Het prachtige kindje poseerde heel schattig in een piepklein shirt met het logo van SEH. Een sterk staaltje liefde voor je voetbalclubje las ik daarin. Niemand die het zielig vindt voor dat meisje. Iedereen begrijpt hoe het werkt. Ze krijgt als ze groter is echt nog wel de kans om zich uit te schrijven als ze liever wil gaan korfballen of volleyballen. Maar de lol aan het spelletje en het plezier aan de club die haar ouders blijkbaar beleven bij SEH. Dat is iets wat ze haar ook helemaal gunnen. Vandaar het lidmaatschap en dat t-shirt.
Zo werkt dat. Je gaat ergens voor. Je beleeft ergens veel plezier aan. Liefde is dan dat je niet onverschillig bent naar je kind toe: ‘zoek jij het allemaal voor jezelf nog maar eens een keer uit wat je leuk en belangrijk vindt’. Dat kan zo’n kind helemaal nog niet. En daar heb je als ouders dus een belangrijke gidsfunctie in. Liefde is van alles, maar toch ook dat je een kind al een beetje op het in jouw ogen goede spoor zet. Dat doe je gewoon. Daar ben je ouders voor. Je wilt het beste voor je kind. En dan is die voetbalclub natuurlijk maar een bijzaak in het leven. Dat is leuk voor erbij. Maar ik moest er wel even aan denken bij de kinderdoop die ik een tijdje geleden mocht bedienen. Doen ouders dan eigenlijk niet hetzelfde? Zo’n kindje is eigenlijk nog maar net geboren. Het wordt meteen ingeschreven als lid van de kerk. Het wordt de kerk en de gemeente binnengedragen. Het wordt tot bij het doopvont gedragen en er bestaat één wens bij de ouders. In die wens komen alle liefde en verlangen voor het kind samen: dat God zijn eigen Naam op het doopkleedje zal schrijven. ‘Ik ben de Heer, lief kind, jouw God.’
Kiezen voor de kinderdoop heeft iets tegendraads. Rond de kerk hangt voor veel mensen immers een wat versleten sfeer. God wordt door velen overbodig verklaard. Het is al snel verdacht als je een kind een religieuze opvoeding wilt geven. Het riekt, zegt men, naar een soort van brainwashing en dwang. Maar als je zo’n Heer kent als Jezus. Hij die in Gods naam je omhelst en aan zijn hart drukt. Voor wie je CV en je gescoorde medailles niet tellen. Het enige wat voor Hem telt ben jij. Hij die je lief heeft met een liefde sterker dan de dood. Dan kun je niet anders dan niet alleen jezelf, maar ook je kinderen bij Hem brengen. Dat is dan zo logisch als wat.
ds. André van der Graaf