‘Ongetwijfeld is dit het grote mysterie van het geloof (..)’ (1 Timoteüs 3:16a)
Een tijdje geleden preekte ik in de Johanneskerk over deze Bijbeltekst. Paulus geeft in wat volgt een korte samenvatting van de kern van het evangelie. In zes werkwoorden vat hij de belangrijkste feiten rond Jezus de Heer samen. Ik vertelde bij het woordje ‘mysterie’ dat je daarbij niet moet denken aan iets vaags of zweverigs. Alsof we ons in de kerk bezig zouden houden met gebakken lucht. Als het gaat om de kern van het geloof speelt voor Paulus de gemeente een belangrijke rol en in het midden daarvan de persoon en het werk van Jezus Christus. Dat is allesbehalve zweverig en mysterieus, maar heel concreet. Je kunt dat ook echt wel met je verstand op een rijtje krijgen en er een aantal hele zinnige dingen over zeggen.
Toch is er ook nog een andere kant aan dat woordje ‘mysterie’. Daar moest ik even aan denken toen ik met een mevrouw nog even napraatte over een kerkdienst. Ze was naar me toe gekomen en zei: ‘het was een fijne kerkdienst en ik heb er veel aan gehad’. Ik kon het niet laten om de vraag te stellen wat er in kerkdienst en preek haar had aangesproken. Dat vond ze echter een moeilijke vraag. Ze vond het lastig om daar iets heel specifieks over te zeggen. Ze zei: ‘ik voelde dat wat er gezegd werd waar was. Het klopte voor mij.’ Ik vond dat ze dat wel mooi zei. De zegen van de kerkdienst valt niet samen met of je de preek kort kunt samenvatten of precies kunt terughalen welke liederen er zijn gezongen. Maar als je het gevoel hebt tijdens een kerkdienst dat je geraakt wordt en het besef hebt dat het goed is dat je daar in die kerkdienst bent, dan is dat al heel wat. Dat God op zo’n moment overkomt, is ook niet helemaal in woorden te vangen en te vatten. Maar dat het gebeurt, daar hoop je toch op!?
Ik dacht: dat is dus ook een aspect aan het ‘mysterie’. Het heeft ook met ‘ervaring’ van God te maken. Op het niveau van je verstand kun je het misschien niet altijd beredeneren, maar op het niveau van de ziel is er een geraakt worden. Het is niet maakbaar, we hebben het niet in de vingers, als het je overkomt is het genade. Wat kun je er soms naar verlangen en als het je ten deel valt, wat kun je dan ook dankbaar zijn. Dat je een plek kent, zoals de Johanneskerk, waar dat gebeurt. Waar je de kans loopt dat je in de werkelijkheid van de liefde van God wordt getrokken en je er door wordt aangeraakt. Het woordje mysterie zegt me dat het niet maakbaar is, maar dat je er wel voor kunt openen. Je krijgt het nooit helemaal in de vingers. God woont boven het dak van ons denken. En tegelijk: onder miljoenen heeft Hij ook mij op het oog. Het vieren van de liturgie als gemeente heeft ook iets in zich van samen op avontuur gaan. Het is een binnengeleid worden in de verbogen heilige ruimte van God. Wat je er precies zult zien, horen of ervaren is ook altijd weer een verrassing. Voor doorgewinterde kerkgangers is het altijd weer de vraag of je daar nog voor openstaat. Of je ziel zo op een kier staat dat jij je daadwerkelijk nog kunt laten verrassen.
Ds. André van der Graaf