“de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten”. (Rom 8:26)
De Heilige Geest is te vergelijken met een gids, zoals een reisleider: de Geest wil ons meenemen in het heilige land van de Bijbel. En Hij maakt je op allerlei dingen attent. Heb je dat al gezien? En heb je daar al op gelet? Zo wil Hij je in de waarheid leiden.
Je kunt de Geest ook vergelijken met een tolk. De Geest zorgt ervoor dat het Woord van God vertaald wordt naar jou toe. Zodat het je wat doet.
Je kunt de Heilige Geest vergelijken met een vogel. Dat gebeurt in het begin van de Bijbel. Als je leest over de Geest, die zweefde boven het water. Dat doet denken aan een vogel.
Maar het mooiste vind ik de Heilige Geest als de Trooster.
Paulus zegt dat de Geest ons in onze zwakheden te hulp komt, en dat Hij voor ons pleit met niet in woorden te bevatten zuchten, met onuitsprekelijk zuchten. De Geest zucht als het ware met ons mee.
Paulus spreekt over de schepping, die zucht. Je hoeft de televisie maar aan te zetten, en je hoort de schepping zuchten. Mensen die zuchten omdat zij zich zorgen maken: ouders over hun kinderen en later kinderen over hun ouders. Mensen zuchten van verdriet. Of ze zuchten, omdat ze het niet meer zien zitten. En het gaat onze deur niet voorbij. Daarom heeft Paulus het ook over de gemeente, die zucht. Ook wijzelf, zegt hij, die de voorschot van de Geest ontvangen hebben, ook wijzelf zuchten in onszelf. Als gelovige kun je door soms zo aangevochten worden. Je kunt er zo moe van worden. Soms wordt het je teveel.
En wat doet de Geest dan? Hij zucht met ons mee, zegt Paulus. Hij pleit voor ons met onuitsprekelijk zuchten.
Maar wat heb je daar nu aan? Aan een trooster, die zucht. Stelt u zich voor: u hebt het moeilijk, en ik kom bij u. En ik zit alleen maar mee te zuchten. Zo van: "Ja, het is toch wat". Wat moet je daarmee? Van een trooster verwacht je een opbeurend woord.
Je kunt in dat opzicht nog wel wat van de Geest leren. Want je kunt ook te gauw iets zeggen. Eén van de meest indrukwekkende klachten uit het boek Job is, als hij zegt: “Och, dat mijn verdriet toch goed gewogen werd, dat men mijn leed in een weegschaal legde”. Okke Jager zei eens: “Een echte trooster moet eerst met een weegschaal komen, en pas dan met een fruitschaal.”
Dat is precies wat de Geest doet. Hij peilt je verdriet als geen ander. Want Hij kent je door en door. En Hij komt niet meteen met allerlei woorden. Want woorden kunnen ook gemakkelijk dooddoeners worden. Maar Hij zucht met je mee.
Het zuchten van de Geest is het zuchten van verlangen: zuchten in verwachting van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Dan zal het leven pas echt goed zijn. En in dat verlangen wil de Geest ons meenemen. Zodat we ons hoofd niet laten hangen. Maar zodat we met opgestoken hoofd uitzien naar de grote toekomst van God.
De Heilige Geest troost je niet met goedkope woorden. Maar Hij zucht met je mee. Hij peilt wat er in je leeft. En Hij zorgt ervoor, dat je door alle ellende heen iets hebt om naar uit te zien.
Zegt u nu zelf: een betere Trooster kun je je toch niet wensen?
Ds. G.J. Röben