Lef hebben
“Heb daarom de HERE lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten!” Deuteronomium 6:5
Met hart en ziel is het jaarthema van de jeugdraad van dit seizoen.
Bij God begint altijd alles. De HERE is de enige! Er zijn geen andere goden. En Hij is de onze – dat was voor Israël bijna vanzelfsprekend. Want de unieke God gaat een unieke relatie aan met zijn volk Israël en via het volk ook met iedere gelovige. Daarbij staat de liefde voor Hem centraal.
Heb God lief!
Heb het lef om hem lief te hebben (‘lef’ is het Hebreeuws woord voor ‘hart’), en van Hem te houden met alles: met je hart, ziel en je kracht, met alles wat in je is.
Het dagelijks zeggen en belijdend bidden van deze woorden betekent dat je elke dag opnieuw alles wat in je is aan Hem geeft. Liefde is niet alleen een gevoel is, liefde is ook een gebod, een keuze. Alle geboden die we in gedachten moeten houden, zijn een uitwerking van dit ene gebod om lief te hebben. Het is de dagelijkse keuze van ons als ouders en grootouders die het verschil maakt als het gaat om wat we weer doorgeven aan onze kinderen en kleinkinderen: is de HERE de enige voor jou en heb je Hem lief?
Dat vraagt om lef!
Leven met de HERE elke dag vraagt om een keuze. Het ‘inprenten’ van de geboden gaat over “zorgen dat jullie kinderen ze goed leren en ze blijven herhalen” (zoals de Bijbel in gewone taal schrijft). Opzeggen is een oude - en misschien wel de beste - manier. En dat midden in het dagelijkse leven, waar je maar bent. Het ‘onderweg’ zijn doet denken aan de opdracht van de Here Jezus: “leer hen dat ze zich moet houden aan alles wet Ik jullie opgedragen heb” (Mattheüs 28:18-20).
Leerling zijn
En ja, geloofsopvoeding is niets anders dan leerlingen maken, mensen die de enige God aanbidden, en die zich op hun beurt ook weer houden aan de geboden die Jezus geeft. In Jezus ontmoeten we de enige God en laat God zich kennen als de altijd betrouwbare Vader die ons dag aan dag draagt en leidt. De liefde waartoe we worden opgeroepen is ten diepste het antwoord op de liefde waarmee God ons in Christus liefheeft. Dat mogen we overal en altijd ervaren én oefenen.
Het Joodse volk heeft zijn Tefilin en Mezoeza met briefjes waarop de woorden uit Deuteronomium 6, het ‘Sjema Israël’ staan. Overal kwam je ze tegen: in je huis en in de stad. En wat zijn voor ons de concrete aanknopingspunten die ons eraan herinneren dat we de HERE met hart en ziel moeten liefhebben om dát mogen door geven aan de volgende generatie? Misschien een opengeslagen bijbel?
Ds. G.J. Röben