Meditatie 11-11-2022: KLAGEN…… MAG!

Meditatie 11-11-2022: KLAGEN…… MAG!

‘Mijn ogen zijn dof van ellende, ik roep U aan, HEER, elke dag, en strek mijn handen naar U uit.’ (Psalm 88: 10)

We naderen het einde van het kerkelijk jaar. Zondag 20 november zullen we de gemeenteleden noemen, die ons ontvallen zijn. Wat een verdriet en moeite kan het geven als je een geliefde moet missen. Verdriet en moeite mogen ook geuit worden bij onze HERE. Dat doet de schrijver van Psalm 88 ook. Lees deze psalm eens.

Misschien herkent u wel helemaal niets van de gevoelens van de psalmist. Ik denk vaak aan deze psalm als ik op Hofje Wendakker ben. Daar zijn mensen, die deze psalm aan den lijve voelen. De dichter is het dodenrijk nabij, velen van hen ook. Het verschil met de dichter is dat sommigen van hen verlangend zijn om Thuis gehaald te worden. U dankt God misschien als u ’s morgens weer wakker wordt. Maar er zijn ook mensen die de ogen ’s morgens open doen en direct vragen: ‘Here waarom heeft U me nog niet Thuisgehaald?’

Dus ook al kunt u zich dat misschien bijna niet voorstellen: deze psalm is levensecht. Deze psalm belicht een kant van het leven, waar ook wij, als we gezond zijn, als we niemand dichtbij aan de dood hebben hoeven afstaan, niet te gemakkelijk overheen moeten lopen. Er zijn broeders en zusters, gelovige mensen, die het heel moeilijk hebben, die een hele diepe weg moeten gaan.

Waarom moet het zo? Waarom moet de ene mens er veel dieper onder door, dan de andere? Soms zie je mensen zo lijden en vraag je je met hen af: Is dit nu nog leven? Maar weet u wat nu het mooie van deze psalm is, en ook het mooie van wat ik op Hofje Wendakker gelukkig ook meemaak. Dat de nood voor Gods aangezicht gebracht wordt en er met Hem geworsteld wordt over die moeilijke en voor ons onbegrijpelijke weg. Het is soms een hele lange worsteling. ‘Waarom verbergt U voor mij uw gelaat?’ Vraagt, klaagt de dichter. Zo kan het zijn in het leven. Dat is het probleem waar de dichter mee worstelt, maar hij niet alleen. Daarom is het vertroostend dat deze Psalm in de Bijbel staat.

Deze gelovige lijder houdt niet op tot God te komen. ‘Ik roep U aan, HEER, elke dag.’ In de Staten vertaling staat: ‘de ganse dag’. Dat is dus van ‘s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Bij de Here in appél gaan, zich op Hem beroepen, de vragen, de aanvechtingen, het verdriet, de moeiten bij Hem neerleggen. Dat mogen we op de laatste zondag van het kerkelijk jaar ook doen, maar dan mogen we ook verder kijken. Na die zondag volgt de eerste adventszondag. Jezus, Het ware Licht, kwam in de wereld en heeft alle duisternis, ja zelfs de dood, overwonnen. In de adventstijd zien we ook uit naar zijn wederkomst. Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waar geen dood, rouw en moeite meer zal zijn. Al klagend mogen we daar verlangend naar uitzien.

Gert Timmer